Oude radiator verwijderen
Voor u een nieuwe radiator monteert moet uiteraard eerst de oude afgesloten worden. Haal de stekker uit de ketel om de centrale verwarming uit te schakelen. Laat de temperatuur afkoelen tot onder de veertig graden. Lokaliseer alle radiatoren die fysiek hoger en op gelijke hoogte aan de te demonteren radiator liggen. Draai hiervan vervolgens de kranen open. Afhankelijk van de locatie van de vul- en aftapkraan;
Als de te vervangen radiator op het laagste punt zit monteert u een vulslang op de vul – en aftapkraan om vervolgens de kraan open te draaien en de installatie leeg te laten lopen.
Als de te vervangen radiator niet op het laagste punt zit dient u deze te lokaliseren en hier de vulslang op aan te sluiten, om vervolgens de installatie leeg te laten lopen. Deze radiator bevindt zich meestal op het laagste punt in het huis. Draai de koppeling van zowel de toevoer als de afvoer van de radiator los. Schroef de radiator zelf los en verwijder eventueel het bevestigingsmateriaal.
Nieuwe radiator aansluiten
- Monteer de radiator eerst op de muur. Het is belangrijk dat deze stevig vastzit. Indien u een radiator van hetzelfde type monteert kunt u hiervoor dezelfde bevestigingsbeugels gebruiken. Indien u een nieuw type radiator plaatst is de kans groot dat de aansluitingen van de af- en toevoer op een andere plaats zitten. U dient hiervoor de leidingen te verlengen tot het juiste punt. Hiervoor gebruikt u de cv-buis, buizensnijder(een buizensnijder voorkomt bramen zoals bij het zagen) en radiatorfittingen. Het maken van een verbinding tussen de buizen met een fitting gaat als volgt;
- Snij de cv-buis op de juiste lengte met de buizensnijder
- Schuif de moer over de cv-buis
- Schuif de knelring over de cv-buis (U kunt oude knelringen nooit hergebruiken omdat de kans op lekkage dan groot is!)
- Steek de buis in de fitting en draai de moer stevig aan.
- Als u de af- en toevoer hebt aangesloten aan op de nieuwe radiator en alle ontluchtingskraantjes gesloten zijn kunt u de installatie weer bijvullen. Dit doet u via de waterkraan die zich bij de ketel bevindt. Laat de slang eerst vollopen met water alvorens deze aan te sluiten op de installatie (zo hoeft u minder te ontluchten). Draai vervolgens de kraan open tot de druk op ongeveer 1,5 tot 2 bar staat. Eventueel kunt u de installatie nog ontluchten.
Komt u er niet uit na deze uitleg? Kom dan gewoon langs en vraag het ons persoonlijk